I52  Molen bij Waltak
afgebroken
Genealogische gegevens: (van microfiches Bibliotheek Winterswijk)

 

In een akte van 18 februari 1851 lezen we, dat Berend Vriezen en zijn vrouw

Berendina Johanna Boeijink, samen met hun zoon Bartus Vriezen, woonachtig op Deunk in de Brinkheurne, een windkorenmolen hebben gezet op een plek grond nabij het woonhuis Waltak. Deze grond was reeds in het bezit van Berend Vriezen.

Het is nu ook wel duidelijk hoe men aan de naam Deunkmolen komt.

 

Later werd de molen gerund door de familie Streek, oorspronkelijk afkomstig uit Leiden.

In 1906 wordt er in opdracht van de heer Streek de stoommolen, die bij

de windmolen stond, verplaatst naar de Kottenseweg, tussen De Tol en de

Huitinkbrug. De windmolen blijft staan.

 

Op de donderdagen 14 en 28 juni 1917 worden in opdracht van de heer G.J. Streek in Hotel De Klok te Winterswijk publiekelijk geveild het huisperceel de Waltak (woonhuis, winkel, 3 schuren, bakkerij en pakhuis) en de Deunkmolen (samen met paardenstal, bergplaats en grond). Verder nog wat bouw- en weiland.

In de krant van 7 juli 1917 lezen we, dat de Deunkmolen onderhands is

aangekocht door brandstoffenhandelaar R.P. Krol.

De heer Krol laat in een advertentie op 27 oktober 1917 weten dat hij per 1

november van dat jaar de zaak in kruideniers-, koloniale- en bakkerswaren en

aanverwante artikelen, voorheen van de heer G.J. Streek, nu voor eigen rekening voortzet.

Helaas overlijdt hij al snel, want op 30 december 1919 en 13 januari 1920 vindt

er een veiling plaats op verzoek van zijn weduwe mevrouw Krol-Elzenga. De

Bouwplaats Waltak met de daarbijbehorende windkorenmolen Deunkmolen, met bakkerij, winkel en bouw- en weilanden worden publiekelijk geveild in café Beskers aan de Parallelweg te Winterswijk.

 

De Deunkmolen, de Waltak en verder enkele gronden worden gekocht door de

heer J.W. ten Dolle. Vrachtrijder Kimmels koopt enkele andere percelen weiland.

Later zien we Hendrik Jan te Selle als bakker en molenaar woonachtig op

Deunkmolen.

In de krant van 11 juli 1930 lezen we, dat de Deunkmolen die week is gesloopt.

Men verwijst naar de Venemansmolen, die ook van haar wieken zal worden

ontdaan. Is hier niets aan te doen. Gelukkig is de Venemansmolen later weer in volle luister hersteld.